Een Nederlands studiebureau bracht de impact van maar liefst 14 veiligheidssystemen in kaart. Een aantal hulpsystemen, zoals dodehoeksensoren, de achteruitrijcamera, het ‘lane departure warning’-systeem, de botswaarschuwing en de automatische noodrem kregen niet al te veel kritiek te verduren.
Volgende systemen werden echter als onveilig bestempeld. Het studiebureau raadt automobilisten dan ook deze systemen uit te schakelen.
Rijbaanassistent
Deze afgeleide van de functie die je discreet signaleerde wanneer je van je baanvak dreigde te geraken, corrigeert automatisch je traject. De intentie lijkt goed, maar de functie is onuitstaanbaar en soms zelfs ronduit gevaarlijk — wanneer je bijvoorbeeld lichtjes naar links uitwijkt om een vrachtwagen voorbij te steken of een motorrijder wat ruimte te gunnen, durft het systeem je automatisch weer naar het midden van je baanvak te duwen. Met alle gevolgen van dien.
Het wordt zelfs erger op smalle, bochtige wegen. Je wagen wil je dan absoluut in het midden van jouw baanvak houden, terwijl je eerder de neiging hebt om de de bocht licthjes af te snijden wanneer de baan vrij is. Da’s verschieten! Kortom, een functie die snel herzien of afgevoerd moet worden.
Lees verder onder de afbeelding …
Vermoeidheidsherkenning
Dit systeem is compleet onnodig. Afhankelijk van het model en de implementatie zijn er verschillende parameters — stuurhandelingen, pedaalgebruik, snelheid, … — die bepalen of een chauffeur stilaan de concentratie verliest. Is die ‘diagnose’ positief, dan raadt je wagen je koppig aan om even rust te nemen.
Dit soort systemen houdt echter geen rekening met je rijstijl en zullen je dus op compleet willekeurige momenten vragen om een pauze in te lassen. Heel vervelend!
Automatische piloot
Steeds meer auto’s zijn uitgerust met een automatische piloot. Die combineert veelal een adaptieve snelheidsregelaar, rijbaanassistent en heel wat randsensoren die ervoor zorgen dat de wagen zo goed als zelfstandig kan rijden op de snelweg. Maar de chauffeur moet wel constant de handen aan het stuur houden om indien nodig in te grijpen.
Zulke situaties leiden er natuurlijk toe dat een chauffeur sneller onoplettend is, want hij heeft ‘letterlijk’ niets meer om handen. In de meeste gevallen is hij niet in staat om te reageren wanneer er iets fout loopt.
Er is nog werk aan de winkel …